Het keerpunt bij de bult

Op zaterdagochtenden ben ik vaak op het Reitdiep. In een roeiboot. Terwijl we rustig over het water glijden, komt er altijd dat ene moment waarop ik bewonderend omhoog kijk. Een beetje opgelucht ook, als het zwaar is. Ik kijk omhoog naar de bult. Want die markeert het keerpunt. We naderen de sluis. Verder gaan we niet. Hier maken we rond. We gaan terug, naar de koffie.

Maar die bult markeert inmiddels meer dan alleen de helft van de training. Hij staat nu ook symbool voor een ander keerpunt. Iets nieuws. Iets vooruitstrevends. Iets hoopvols. Iets warms — letterlijk.

Pittig

Boeren zeggen weleens dat ze in het voorjaar het gras en de zomertarwe wel uit de grond kunnen kíjken. En ze weten precies wat voor weer ze daarbij nodig hebben: zon, met af en toe een vriendelijk buitje. 'Groeizaam weer', noemen ze dat.

Ik stel me zo voor dat de mensen die dit zonthermiepark ooit bedachten, net zulke mensen zijn. Dat ze de afgelopen zonnige dagen met een glimlach om zich heen hebben gekeken. Want het weer hielp mee. De zon gaf hun businesscase een aardig duwtje in de rug. 

En dat was meer dan welkom. Want laten we eerlijk zijn: het ontstaan van dit park was niet bepaald een wandelingetje in het park. Als je van tevoren had geweten hoe taai en ingewikkeld het zou worden… dan had je je misschien wel twee keer achter de oren gekrabd. 

Drijfzand

Pionieren is prachtig, maar ook pittig. Het vraagt meer dan een goed idee. Je hebt uithoudingsvermogen nodig — Ausdauer, zoals onze oosterburen zeggen. Maar misschien nog wel belangrijker: je hebt elkaar nodig. Ik denk aan Novar. Aan WarmteStad. Aan de gemeente, aan gebiedsontwikkelaar K3. Aan alle anderen die samen optrokken. Die bleven staan, ook als het moeilijk werd. Die niet opgaven.

Want het idee klinkt simpel: gebruik zonnepanelen eens niet voor stroom, maar voor warmte. En gebruik die warmte om huizen van het gas te halen. Klaar, toch? Maar het bleek lastig om het te realiseren. Dat het gelukt is — hier, bij Dorkwerd — zegt veel. Over de mensen achter het plan. Over Novar, een jong bedrijf uit Groningen. Maar ook over ons, als regio. Over onze motivatie. En over onze geschiedenis. 

Maar dit park laat iets belangrijks zien: het kan. Het werkt.

Tot voor kort stonden ze er nog. Aan de kant van het Reitdiep, aan de voet van de bult. Felgele waarschuwingsborden: Drijfzand. De initiatiefnemers hebben ze ongetwijfeld gezien. En bedacht: dit project kan vastlopen. Kan wegzakken in vertragingen, twijfels, of technische hobbels. En tóch zijn ze begonnen. Dat vergt moed.

En er is nog iets anders. Groningers weten wat gaswinning met je doet. We voelen het — in onze huizen, in onze straten, in onze ruggen en schouders. En juist daarom willen we het anders. Daarom zijn we gemotiveerd om stappen te zetten. Om vol te houden.

Indrukwekkend

En nu liggen ze daar: 24.000 zonnecollectoren. Op een bult bij Dorkwerd, langs het Reitdiep. Vandaag is de feestelijke opening. Het grootste zonthermiepark van Nederland. Ruim. De nummer twee — in Flevoland — heeft er 600. Daarmee zijn we zelfs de nummer drie van Europa. En ja, met die 24.000 panelen kunnen zo’n 2.600 woningen verwarmd worden. 

Dat is indrukwekkend, maar we zijn er nog lang niet. Willen we écht verschil maken in Groningen, dan is er meer nodig. Meer parken. Slimmere techniek. Betere efficiëntie. Zoals we eerder ook zagen bij traditionele zonnepanelen — de ontwikkeling stopt niet. Maar dit park laat iets belangrijks zien: het kan. Het werkt. Daarom zeg ik nu tegen gemeenten, provincies, bedrijven — en ook tegen het ministerie van Klimaat en Groene Groei: jullie zijn aan zet. Wij hebben laten zien dat het kan. Nu jullie.

En ik? Ik roei zaterdag gewoon weer op het Reitdiep. Tot aan de bult. Daar kijk ik omhoog. En denk: wat ooit een eindpunt was, is nu een veelbelovend begin.